“Ons voetbalprobleem binnen het omschakelen kwam aan het licht in de wedstrijd tegen de koploper van onze competitie. We waren de hele wedstrijd de bovenliggende partij, maar werden uiteindelijk ‘geslacht’ in de omschakeling van aanvallen naar verdedigen. De wedstrijd speelde zich voornamelijk af op de speelhelft van de tegenstander, alleen wanneer wij balverlies leden waren we niet in staat om voldoende druk op de bal te geven, waardoor zij de ruimtes achter de verdediging konden benutten.”
Tekst: Tom Druppers | Beeld: Patrick Bruggeman
“Wij werken bij Jonathan met enige regelmaat met videobeelden die we dan bespreken. Ik heb toen de situaties laten zien voorafgaande de tegendoelpunten en gevraagd aan de spelers om te kijken wat er misging. Daarin werd een duidelijk patroon zichtbaar waarin wij na balverlies constant achteruit stapten, waardoor de tegenstander een lange pass kon geven.”
Vervolgens ging Bruggeman aan de slag met het voetbalprobleem. “Bij de eerste training van de week ligt de nadruk meer op intensiteit en daarom kies ik vaak voor wat kleinere oefenvormen, omdat ik ook een voetbal conditionele prikkel wil geven binnen de doelstelling die we behandelen. Het tweede trainingsmoment is meer tactisch en dan werk ik ook met grotere oefenvormen, die meer aansluiten op 11 tegen 11. Ook leg ik het dan regelmatig stil om specifieke situaties extra aandacht te geven.”
”Bij dit voetbalprobleem heb ik er bewust voor gekozen om geen gebruik te maken van positiespellen. Normaal doe ik dat wel, maar ik denk dat dit beter aansluit bij de doelstelling. Door gebruik te maken van doeltjes moeten spelers wel vooruit verdedigen, omdat ze anders een tegendoelpunt krijgen. Het voordeel van kleine, intensieve partijvormen vind ik het aantal herhalingen dat er steeds is. Hierdoor wordt het voor spelers inzichtelijk wat de bedoeling is en krijgen ze voldoende tijd om zich hierin te verbeteren. Zelf probeer ik dan begeleidend te coachen, zodat spelers geënthousiasmeerd raken.”
In wedstrijden kreeg de ploeg van Bruggeman steeds meer grip op het voetbalprobleem, waardoor er steeds meer verbetering zichtbaar was. “Een kenmerk van mijn spelersgroep is dat ze dingen vrij snel herkennen, waardoor we goed in staat zijn om in relatief korte tijd veel progressie te boeken. Tegelijkertijd is het dan zaak om er consequent op te blijven hameren, omdat er nog weleens sprake is van gemakzucht.”
Tijdens de wedstrijdbespreking heeft Bruggeman bij Jonathan de mogelijkheid om ook gebruik te maken van videobeelden. “Dan koppel ik de doelstelling aan wedstrijdbeelden uit het profvoetbal. Eerst laat ik dan op het magneetbord zien wat onze eigen aandachtspunten zijn, waarna ik de switch maak naar het videoscherm. Zo liet ik in de week na de wedstrijd tegen de koploper beelden zien van Ajax, waarin het druk zetten heel duidelijk naar voren kwam. Wij maken daar sinds dit seizoen gebruik van en persoonlijk merk ik echt dat het iets bijdraagt aan de wedstrijdbespreking.”
TRAININGSVORMEN
VOETBALPROBLEEM:
Wanneer de aanvallers of middenvelders de bal verliezen op de helft van de tegenstander, is er onduidelijkheid over het snel veroveren van de bal. De omschakeling hierin is nog onvoldoende, omdat de middenvelders achteruit lopen en aanvallers niet precies weten waar en hoe ze druk moeten zetten. Hierdoor kan de tegenstander snel de diepte zoeken, wat vaak resulteert in een gevaarlijke counter. Veel teams in onze competitie maken gebruik van deze momenten en spelen op de counter.
DOELSTELLING:
Het verbeteren van de samenwerking in de omschakeling van aanval, naar verdediging tussen de middenvelders en aanvallers op het moment dat de bal wordt verloren op de helft van de tegenstander.
EVALUATIE:
Tijdens de training zag je steeds vaker de omschakeling terugkomen. Het grootste winstpunt wat hieruit gehaald werd, is dat spelers elkaar zelf corrigeerden. Dit was mooi terug te zien in de oefenwedstrijd tegen FC Dordrecht, waarin de afstanden beter verzorgd waren, na balverlies direct druk gezet kon worden en de counter eruit werd gehaald.
1 tegen 1: Omschakelen
Organisatie
• 8-10 spelers per organisatie
• Eventueel twee organisaties uitzetten
• Er wordt een 1 tegen 1 duel gespeeld tussen een speler van blauw en geel
• De speler die gestart is met indribbelen wordt na dat duel de verdediger als de volgende speler van het andere team zijn dribbel start
Coaching
• Na de aanval direct omschakelen om een doelpunt te voorkomen
• Druk op de speler met bal geven
Variatie
• Moeilijker maken: lijn bepalen van waar aanvallers pas mogen scoren
2 + K tegen 2 + K
Organisatie
• Reguliere 2 tegen 2 oefenvorm, waarbij de nadruk in de coaching expliciet ligt op het omschakelmoment van aanvallen naar verdedigen
• De trainer speelt de bal steeds in naar één van beide ploegen, zodat de omschakelmomenten voor beide teams steeds verrassend zijn
Coaching
• Diepte eruit halen door tijdens een omschakelmoment het midden af te dekken
• Niet op één lijn als tweetal tijdens het verdedigen, maar gestaffeld (schuin ten opzichte van elkaar)
• Bij balverlies meteen vooruit verdedigen, om druk op de bal te geven
4 + K tegen 4 + K
Organisatie
• 8 spelers en 2 keepers
• Reguliere 4 tegen 4 oefenvorm, waarbij de nadruk in de coaching expliciet ligt op het omschakelmoment van aanvallen naar verdedigen. De trainer speelt de bal steeds in naar een van beide ploegen, zodat de omschakelmomenten voor beide teams steeds verrassend zijn
Coaching
• Diepte eruit halen door tijdens een omschakelmoment het midden af te dekken
• Bij balverlies meteen vooruit verdedigen, om druk op de bal te geven
Variatie
• Veldafmetingen aanpassen (groter / kleiner maken)
• 4 spelers toevoegen die fungeren als kaatser, zodat er vanuit het omschakelmoment van verdedigen naar aanvallen meer kansen liggen (moeilijker maken)
3 tegen 3 omschakelvorm
Organisatie
• 12-18 spelers per organisatie
• Het gele drietal start met balbezit door een dribbel van een van de drie spelers, waarna er een 3 tegen 3 oefenvorm start
• Als er gescoord wordt, sprint de doelpuntenmaker om het doeltje heen waar hij een doelpunt heeft gemaakt. Het verliezende team verlaat dan het veld en een nieuw drietal (van het verliezende team) mag dan indribbelen, waardoor er een tijdelijke 3 tegen 2 situatie ontstaat
• Als de bal uit is, speelt de trainer een nieuwe bal in
Coaching
• Vooruit verdedigen tijdens omschakelmoment van aanvallen naar verdedigen (bij een doelpunt)
• As van het veld dichtmaken; tegenstander naar zijkant dwingen
Variatie
• Veldafmetingen aanpassen (groter / kleiner maken)
• Het indribbelen mag alleen gedaan worden door de speler in de as, zodat er niet direct gescoord kan worden (makkelijker maken)
7 + K tegen 6
Organisatie
• Partijspel 7 tegen 6 met een keeper, waarbij alle omschakelmomenten die getraind zijn in voorgaande oefenvormen terug keren in wedstrijdsituaties. Dit is de afsluitende oefenvorm ter voorbereiding op 11 tegen 11
• TCP is het zestal dat in ondertal moet verdedigen
Coaching
• TCP: bij balverlies de tegenpartij naar de zijkant dingen, door de as van het veld dicht te maken en de 2 en 5 van het blauwe team vrij te laten
• Spelers in de buurt van de bal geven direct druk op de bal bij omschakelmoment van aanvallen naar verdedigen
• Bij aanspelen van 5/2 van blauw kantelt het middenveld mee naar de balkant, stapt de 10 door om diepte eruit te halen en komt 11/7 naar de as om het middenveld te ondersteunen