In dit laatste hoofdstuk gaan we in op alle andere variaties mogelijk binnen het partijspel die niet in de vorige hoofdstukken behandeld zijn.

Puntentelling
Een puntentelling kan gebruikt worden om spelers te laten richten op een bepaald thema (bijvoorbeeld scoren uit een rebound telt dubbel), maar het is ook uitermate geschikt om een partijspel tot het eind toe spannend te houden.
2043 - Bonuspunten voor opdrachten
2042 - Dubbele punten na tegendoelpunt
2041 - Dubbele punten voor de ploeg die achter staat

Mandekking
Om spelers bewust te maken van zowel de aanvallende als de verdedigende taken kun je er voor kiezen om te werken met een vaste tegenstander, waardoor jouw medespelers automatisch in de problemen komen als je niet goed en snel meeverdedigt.
2247 - Mandekking - iedereen een vaste tegenstander - 3x raken
2249 - 'Mandekking' in 2-tallen (helpen van uitgespeelde tegenstander)
2248 - 'Mandekking' in overlappende 2-tallen

Regels met betrekking tot passen
Wil je spelers vooral laten dribbelen, dan kun je er voor kiezen dat spelers niet vooruit mogen passen. Ook de Messi-regel uit het artikel 'Techniektraining op zijn Cruijffiaans' is een interessante regel om spelers te leren om initiatief te nemen als ze de bal ontvangen:
2037 - Niet vooruit passen
2036 - Niet achteruit passen
2250 - Messi-regel

Recht van aanval
In vormen met het recht van aanval wordt er vaak gewerkt met één doel, waarbij eén van de teams het recht van aanval heeft
2035 - Recht van aanval met neutrale spelers
2033 - Recht van aanval (vakvoetbal)
2034 - Recht van aanval (2 doeltjes)

Regels omtrent ingooi/corner
Door te spelen met de regels bij een uitbal, kun je het spel behoorlijk beïnvloeden. Een populaire vorm is bijvoorbeeld door elke uitbal te laten starten bij de keeper. Dit zorgt vaak ook voor een veel hoger tempo in het partijspel.
2011 - Uitbal starten bij de keeper
2251 - Uitbal starten bij de wissel op de middellijn (gooien)
2252 - Uitbal starten bij de trainer (passen)
2253 - Uitbal starten bij de trainer (neutrale bal)
2256 - Uitbal recht van de snelste

Wisselen
In de variaties met wisselen kun je op twee manieren wisselen. Ten eerste kun je werken met spelers die echt rust hebben en het wisselen gebruiken als rustmoment. Ten tweede kun je doordraaien in het veld (net als bij volleybal), zodat iedere speler zowel in de voorhoede als de achterhoede komt te spelen.
2056 - Wisselvorm met nummering
2027 - Partijspel met doordraaien van posities
2028 - Partijspel met doordraaien van posities + wissel

Scoren op alle goals
2262 - Scoren op beide goals
2263 - Scoren op 3 goals
2264 - Scoren op 4 goals

Scoren/verdedigen van goals tegenover elkaar
2266- Partijspel 4 doeltjes - doeltjes tegenover elkaar

Toernooivormen
1640 - Toernooivorm: winnaar blijft staan
2254 - 3 tegen 3 op 2 velden: wie is het eerst bij de 3



Fun
1708 - Wie is de mol

Deliberate play
Je wilt als trainer invloed uitoefenen op het gedrag van de spelers tijdens een partijspel. Bas van Baar vertelt in een artikel over Deliberate Play over enkele methodes, zoals:
- Spelerskaarten
- Teamopdrachten
- Teamscenario's

Vormen binnen het Deliberate Play die ook uitermate geschikt zijn, zijn bijvoorbeeld:
- Voetbal Bingo
- Voetbal Monopoly

Overig
2255 - 6 tegen 6 met 2 ballen
2257 - Speler moet het veld verlaten na doelpunt
2258 - Speler moet het veld verlaten na balverlies
2259 - Speler moet het veld verlaten bij uitbal
2260 - Partijspel zonder hesjes
2261 - Partijspel zonder hesjes en neutrale speler

Hoofdstukken
H1 - Basisvormen
H2 - Andere manieren van scoren
H3 - Spelen met een aangepast veld
H4 - Gebruiken van neutrale spelers of kaatsers
H5 - Partijspelen met vakken
H6 - Speciale regels voor in het partijspel