Dit artikel is ook verschenen in Voetbal Oefenstof Magazine 7

Trainer: Thom de Gucht (Schalkhaar O11-1)
Onderwerp: Voorwaartse pass spelen in de opbouw
Tekst: Tom Druppers

“Een veel voorkomend probleem tijdens het opbouwen is het vooruit verplaatsen van de bal. Wij spelen in een 1:2:1:2:1-formatie en wanneer de bal bij een van de twee verdedigers was, lukte het de middenvelders en aanvallers niet om vrij te komen van hun directe tegenstander. Sommige spelers kozen er voor om dan achter hun tegenstander te blijven staan, terwijl anderen juist weer te ver naar de bal toekwamen. Hierdoor had de verdediger vaak geen afspeelmogelijkheden, waardoor hij de bal moeilijk naar een teamgenoot kon afspelen en we zodoende moeite hadden met het creëren van kansen.”

“Ik heb er toen voor gekozen om dit probleem, dat veelal terugkwam in de wedstrijden, veel te gaan behandelen in wedstrijdechte oefenvormen op trainingen. In de leeftijdscategorie die ik train, E-pupillen, zorgt dat in mijn ogen voor de meeste herkenbaarheid onder de spelers. Vervolgens zijn we samen gaan bekijken hoe en wanneer je nou het beste kon vrijlopen. Op een gegeven moment spraken de spelers samen een positiewissel af, waardoor ze dus gingen samenwerken in het vrijlopen. Voor mij als trainer is dat natuurlijk een mooi signaal dat ze het goed oppikken.”

“Om deze situaties zo goed mogelijk na te bootsen heb ik ervoor gekozen om in alle oefenvormen een wedstrijdelement toe te voegen. Ik werk dan van kleine oefenvormen, naar partijspelen waarbij de veldafmetingen en spelersaantallen steeds groter worden. In iedere situatie kwam het aanbieden, vrijlopen en vragen om de bal constant weer terug. Doordat spelers tijdens de trainingen constant bezig waren om zichzelf hierin te verbeteren, ging dit logischerwijs tijdens de wedstrijden ook beter.”

“Tijdens besprekingen voorafgaand de wedstrijden herhalen we dan gezamenlijk de aandachtspunten die we behandeld hebben op de trainingen. Dit probeer ik dan vragenderwijs te doen, om zo spelers betrokken en geïnteresseerd te houden. In wedstrijden resulteerde dit erin dat we in de opbouw vaker een pass vooruit konden geven en eenmaal in balbezit werden we vaak gevaarlijk door een loopactie zonder bal.”

Training 1

VOETBALPROBLEEM: Als we opbouwen lukken het de middenvelders en de spits niet om aanspeelbaar te komen in de as. Ze blijven achter een tegenstander staan, onttrekken zich aan het spel of zien niet wanneer ze voor een diepte loopactie kunnen kiezen.

DOELSTELLING: Het verbeteren van het aanspeelbaar komen van de spelers in de as.

EVALUATIE: De spelers konden, nadat ze hiervan bewust zijn gemaakt, zich beter aanbieden. Ook hebben ze geleerd de loopacties op elkaar af te stemmen. In het begin maakten ze soms dezelfde loopactie, of kwamen ze zo ver in de bal dat ze de ruimtes dicht liepen.

2 tegen 1 met vak voor de verdediger



Organisatie
• De twee aanvallers buiten het vak proberen de bal naar elkaar over te spelen
• Om aanspeelbaar te worden moet de speler zonder bal dusdanig bewegen dat hij vrij komt te staan
• De verdediger probeert de bal te onderscheppen. Als dit lukt wisselt hij met de aanvaller die het langst geen verdediger is geweest.
• Veldafmeting: 10x15 meter

Coaching
• Bied je zo aan dat je medespeler jou kan aanspelen.
• Zorg ervoor dat je na het passen gelijk weer aanspeelbaar komt (doorbewegen)

Variatie
• Veldafmetingen aanpassen
• Beperkt aantal balcontacten

2 tegen 2: loopactie in de diepte



Organisatie
• Er wordt gestart met een dribbel door een speler van de gele partij. Zijn teamgenoot kan aangespeeld worden wanneer hij een loopactie maakt naar het andere vak
• Als de bal veroverd wordt door de andere ploeg kunnen zij hetzelfde doen, maar dan in het vak aan de andere kant
• Wanneer de bal is vrijgespeeld in het eindvak kan er gescoord worden door over de lijn heen te dribbelen
• Veldafmeting: 25x25 meter

Coaching
• Zorg dat je niet al staat op de plek waar je wilt komen, want dan is er minder ruimte
• Kies goed het moment van je loopactie (als de verdediger de bal speelklaar heeft)
• Zorg ervoor dat je met jouw loopactie niet de ruimte van je medespeler dichtloopt

Variatie
• Veldafmetingen aanpassen: eindvak groter / kleiner maken

4 tegen 4 met kleine doeltjes



Organisatie
• Er wordt 4 tegen 4 gespeeld, waarbij beide ploegen in een2:1:1-formatie spelen, om zo het aanbieden in de as te bevorderen
• Er kan gescoord worden op de twee kleine doeltjes
• Veldafmeting: 25x35 meter

Coaching
• Kom via een loopactie vrij, zodat je los bent van je tegenstander als je de bal aanneemt.
• Kijk goed naar wat jouw medespelers doen, maak niet dezelfde loopactie.
• Kies goed het moment van je loopactie

Variatie
• Veldafmetingen aanpassen
• Spelersaantallen aanpassen

Training 2

VOETBALPROBLEEM: Als we opbouwen het de middenvelders en de spits niet om aanspeelbaar te komen in de as. Ze blijven achter een tegenstander staan, onttrekken zich aan het spel of zien niet wanneer ze voor een diepte loopactie kunnen kiezen.

DOELSTELLING: Het verbeteren van het aanspeelbaar komen van de spelers in de as.

EVALUATIE: De spelers konden, nadat ze hiervan bewust zijn gemaakt, zich beter aanbieden. Ook hebben ze geleerd de loopacties op elkaar af te stemmen. In het begin maakten ze soms dezelfde loopactie, of kwamen ze zo ver in de bal dat ze de ruimtes dicht liepen.


1 tegen 1 na aanspeelbaar worden



Organisatie
• De aanvaller moet proberen aanspeelbaar te worden, door te bewegen uit de rug van de verdediger. Wanneer dit lukt wordt de bal ingespeeld en ontstaat er een 1 tegen 1 situatie
• De aanvaller krijgt een punt wanneer hij door een van de poortjes weet heen te dribbelen
• Wanneer de verdediger de bal afpakt sluit hij zich aan bij de aanvallers. De aanvaller wordt dan de nieuwe verdediger in het vak.
• Veldafmeting: 15x15 meter

Coaching
• Probeer dusdanig te bewegen dat er ruimte komt om de pass te spelen
• Tijdens de balaanname direct de bal richting een poortje meenemen

Variatie
• Veldafmetingen aanpassen
• Afstand tussen verdediger en aanvaller vergroten / verkleinen


4 tegen 4 met kleine doeltjes: loopactie in de diepte



Organisatie
• Er wordt 4 tegen 4 gespeeld, waarbij beide ploegen in een 2:1:1-formatie spelen, om zo het aanbieden in de as te bevorderen
• Beide teams kunnen scoren op een klein goaltje, maar dit mag alleen in het eindvak. Je mag een bal in het eindvak alleen aannemen, als je nog niet in het eindvak stond toen de bal gespeeld werd. De spelers kunnen er dus alleen komen door er met een loopactie in de diepte ingestuurd te worden
• Veldafmeting: 25x35 meter.

Coaching
• Kijk goed naar wat jouw medespelers doen, maak niet dezelfde loopactie.
• Zorg dat je niet al staat op de plek waar je wilt komen, want dan is er minder ruimte.
• Kies goed het moment van je loopactie (als de verdediger de bal speelklaar heeft)
• Als er geen ruimte is om diep te spelen, kan de andere verdediger eronder komen om zich aan te bieden.

Variatie
• Veldafmetingen aanpassen: eindvak groter / kleiner maken


4 tegen 4 met 2 grote doelen met keepers



Organisatie
• Er wordt 4 tegen 4 gespeeld met twee grote doelen met twee keepers
• Beide teams spelen in een 1:2:1:1-formatie, om zo het aanbieden in de as terug te bevorderen
• Veldafmetingen: 25x40 meter

Coaching
• Tijdens deze oefenvorm komen alle coachmomenten van de voorgaande oefenvormen en trainingen terug

Variatie
• Veldafmetingen aanpassen
• Spelersaantallen aanpassen
• Eindvak toevoegen, zoals in voorgaande oefenvorm. Hiermee worden de loopacties in de diepte gestimuleerd