Inloggen
';
";
TrainersMagazine
De Oefenstof Database
U bent niet ingelogd. Inloggen
Abonneer
Differentieel leren: voorbeelden van bewegingen
Zaterdag 27 Augustus 2016
Eén van de mooiste voorbeelden is het differentieel leren van kogelstoter Peter Valentiner, die na zeven weken differentieel leren opeens twee meter verder gooide:



Maar hier praten we natuurlijk over een andere sport. Als je bijvoorbeeld praat over doelschieten, dan probeer je hier zo veel mogelijk variatie in aan te brengen, zoals bijvoorbeeld:
- Door met verschillende ballen te schieten (denk bijvoorbeeld aan een F-bal, een plastic bal uit de speelgoedwinkel, een skippybal, een kleinere bal of een tennisbal).
- Door vanuit allerlei posities op doel te schieten
- Door vanuit vreemde posities te komen aanlopen
- Vooruit-achteruit-vooruit lopen tijdens de aanloop
- Door bijvoorbeeld één oog dicht te doen met het schieten
- Door bijvoorbeeld een stuiterbal terug te krijgen in plaats van een perfecte pass
- Door een vreemde beweging als aanloop uit te voeren (koprol, hinkelend aankomen, etc.)
- Een speler die weerstand geeft met elastiek tijdens het schieten
- Een tweede bal neerleggen en die zo snel mogelijk na de kaats ook schieten
- Te springen en te landen met twee benen na het schot

Dezelfde principes kun je ook toepassen voor de achterbal van een keeper.

Als je bijvoorbeeld praat over het oefenen van de ingooi, kun je ook variëren. Zo kun je bijvoorbeeld de bovenste ballen ook hier weer gebruiken om mee in te gooien. Ook kun je zware ballen gebruiken, zoals bijvoorbeeld een medicijnbal. Of gooi vreemde voorwerpen, zoals bijvoorbeeld een hesje of een handdoek. Of gooi op één been, doe als laatste een sprongetje met twee benen, kom loodrecht aanlopen en maak een draai op het laatste moment, etc.

Thomas Tuchel, trainer-coach van Borussia Dortmund gaf ook een aantal voorbeelden om differentieel te leren:
- Bij het doelschieten kun je bijvoorbeeld je standbeen juist ver voor of ver achter de bal zetten
- Je beenzwaai aanpassen (zo snel mogelijk stoppen na het schieten of juist zo min mogelijk doorzwaaien of juist overdreven ver
- Bij het verbeteren van de balcontrole: speler A en B staan tegenover elkaar. Speler A houdt de bal al jonglerend hoog. Dan schiet hij de bal hoog (recht) in de lucht en krijgt op dat moment de bal van speler speler B aangespeeld. Deze passt hij direct terug en daarna vangt hij de hoge bal en gaat verder met jongleren.

Pas plaatste Petr Cech zelf een filmpje op twitter hoe hij met eenvoudige middelen er voor zorgt dat geen enkele bal hetzelfde is:
 
Een ander voorbeeld van differentieel leren is om gebruik te maken van verschillende ondergronden. Doe eens een oefenvormen/partijtjes op het parkeerterrein, een bijveldje of een strand, zie deze video van FC Groningen of de training van Jildert Dijkstra
 
 

Wil je het hele artikel lezen?

Log dan in met je account van TrainersMagazine of abonneer je op De Oefenstof Database. Je hebt al toegang tot alle artikelen, 2000+ oefenvormen en honderden trainingen voor 27 euro per jaar.

Abonneren voor €27


Toegang tot De Oefenstof Database is gratis voor totaalabonnees op TrainersMagazine