Uitleg
- Eén verdediger in het speelveld
- Rest van de spelers maken drietallen (waarvan 1 speler met bal) en stellen zich aan één zijde van het vierkant op. Als dit niet lukt, dan wisselen de drietallen steeds door.
- Het drietal probeert de 3 tegen 1 uit te spelen door over de lijn aan de andere kant te dribbelen
- De verdediger probeert de bal uit het vierkant te tikken
- Als de aanval is afgelopen en verdediger staat weer in positie, dan mag het volgende drietal starten
- Na elke aanval gaat het drietal terug naar de beginpositie
- Na 8 aanvallen wisselen van verdediger